Komaan, antwoord nu!
Zoonlief is met de klas
op uitstap geweest en ik ben reuze benieuwd hoe hij het heeft gehad. Gewapend
met een regenjas, regenlaarzen, een volgeladen rugzak en een gezonde
portie spanning vertrok hij 's ochtends naar school. Hij keek er naar uit. Zo
eens een dagje zonder les, daar is hij altijd wel voor te vinden.
Als hij 's avonds thuis
komt, zie ik een bedrukt gezichtje. Ik heb net vernomen dat de uitstap
door het slechte weer niet is doorgegaan en er ter vervanging spelletjes
binnen de schoolmuren werden gespeeld. En ook dat de zoon flink
heeft meegedaan en er van genoten heeft. Allemaal leuk, maar wel
anders dan gepland...
"Jullie zijn niet weggeweest hè?" tracht ik het
gesprek te openen. Verrast kijkt hij me aan, om vervolgens meteen
weer weg te kijken. "Hoe weet jij dat?" snauwt hij
me geërgerd toe. Ik had natuurlijk beter moeten weten... Hij had gepland het
me zélf vertellen en nu heb ik zijn verwachtingen overhoop gehaald. Hij
doet zijn jas uit, houdt zijn laarzen aan en gaat uitgeteld op de vloer
zitten, zijn blik op oneindig. Ik besluit hem even tot zichzelf te laten
komen. Dat kan hij vast gebruiken.
Haast
onhoorbaar mompelt hij plots iets. En dan nog eens. Heel wat luider volgt er
meteen geërgerd: "Komaan mama, antwoord nu eens!" Beseffend dat ik
dit diplomatisch moet aanpakken wik en weeg ik mijn woorden. "Oei lieverd,
ik heb je vraag niet verstaan. Wil je die misschien eens herhalen?" vraag
ik voorzichtig. Ik voel de bui al hangen. De frons boven zijn ogen wordt
dieper. "Komaan, antwoord nu!" beveelt hij me opnieuw. Bijna sta ik
op het punt hem te berispen: dat hij me niet zo mag commanderen en dat ik
verdorie niet kan antwoorden op een vraag die ik niet heb verstaan. Maar ik
slik mijn woorden in. Het heeft geen zin. "Ik kan niet antwoorden zolang
jij je vraag niet herhaalt", zeg ik vervolgens beheerst.
Minutenlang
blijft hij mijn antwoord eisen. Minutenlang probeer ik me kalm te houden en
reageer ik niet op zijn gedram. Plots draait hij zijn volumeknop weer een heel
eind naar beneden en volgt ineens dé vraag: "Mag ik een vieruurtje
klaarmaken?"
Verwonderd kijk ik hem aan.
Natuurlijk mag dat. Jas en schoenen uittrekken, boekentas uitladen en dan
meteen twee kommetjes vullen met enkele koekjes en snoepjes voor hemzelf en
kleine broer. Dat doet hij normaal iedere dag zo. Dat hoeft hij ook helemaal
niet te vragen. "Ja hoor, je mag een vieruurtje maken", zeg ik hem
geruststellend. Stilaan zie ik hem weer helemaal zichzelf worden. De mist
verdwijnt uit zijn hoofd, zijn blik wordt weer helder en er komt wat kleur op
zijn wangen.
Als hij even later gezellig televisiekijkend naast broerlief
van zijn koekjes zit te smullen, geef ik hem een aai over zijn hoofd. "Wat
is er?" vraagt hij met zijn blik nog steeds op de televisie gericht.
"Gewoon, ik vind het fijn als je zo geniet van je koekjes", zeg ik
oprecht. Hij kijkt me aan met de mooiste glimlach ter wereld. Wat zie ik dat
kind toch graag.
Reacties
Een reactie posten