De mensen op straat

'Ik ben al klaar!' hoor ik zijn trotse stem klinken vanuit de gang. 'Wauw,' roep ik enthousiast terug, 'zo snel al! Dat heb je knap gedaan.' Ik grabbel vlug nog wat spullen bij elkaar in de woonkamer en ga naar hem toe. Met glinsterde ogen en een glimlach van oor tot oor kijkt hij me aan. Zijn jas is aan, zijn sjaal zit om zijn nek en zijn muts staat op zijn hoofd. Doorgaans verloopt dit alles tergend traag en bijzonder moeizaam en zijn we vaak al enkele minuten - en heel wat gezeur van mama of papa - verder voor hij eindelijk klaar staat om te vertrekken. Dit keer volstond één enkele vraag om hem tot actie te laten overgaan en ik kan dus niet anders dan tevreden lachen als ik hem zo volledig uitgedost in de gang zie staan. Nu ja, bijna volledig... 'Je hebt dat super goed gedaan,' complimenteer ik hem nogmaals, 'maar je bent denk ik nog één iets vergeten.' Vragend kijkt hij me aan. 'Kijk eens naar je voeten... Je kan toch niet op je sokken naar buiten,' zeg ik lachend, 'dan zal je erg koude voeten krijgen en dan zullen de mensen op straat je ook raar aankijken hoor.' Ik zie een gefronste wenkbrauw verschijnen. Met grote ogen kijkt hij vervolgens naar me op en vraagt hij: 'En de mensen op het voetpad? Zullen die ook raar kijken?'

Hoezo, hij neemt de taal vaak te letterlijk?

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts